Het NDC beeindigt haar werkzaamheden

In 2014 zijn we voor de Sector Werken onder Overdruk een nieuw tijdperk ingegaan. Om het één en ander te verduidelijken nemen we u even mee terug in de tijd.

De ontwikkeling van het commerciële duiken in de 70er jaren, die gepaard ging met een verontrustende stijging van het aantal fatale duikongevallen, en de te verwachten groei in de 80er jaren, deed de noodzaak voelen van strenge keuringen en medische begeleiding van Nederlandse duikers. Hierin stond Nederland niet alleen, in alle landen rond de Noordzee werd deze noodzaak gevoeld: de European Diving Technolo­gy Committee -EDTC- werd opgericht, Noorwegen en Engeland kwamen met wetgeving, in Nederland werd bij Sociale Zaken en Werkgele­genheid aan wetgeving gewerkt. Op dat moment was het Duikmedisch Centrum van de Koninklijke Marine het enige instituut in Nederland waar keuring van duikers plaatsvond, en waar in voorkomende gevallen duikerziekten konden worden behandeld. Het was dan ook de Minister van Defensie die werd benaderd, en op 6 maart 1981 werd de instellingsbeschikking van een werkgroep Stichting Nationaal Duikcentrum afgegeven. De werkgroep concludeerde in juni 1983 dat de oprichting van een stichting Nationaal Duikcen­trum wenselijk was. De nadruk lag hierbij nog steeds op de medische begeleiding. Medio 86 werd de Programmacommissie opgeheven en de stichting NDC  officieel opgericht.

Het NDC  1987 - 2014

Op vrijdag 2 april 1987 mochten 20 professionele duikers uit handen van de toenmalige voorzitter en medeoprichter van het Nationaal Duikcentrum (NDC),  Koos Huijskens, als eerste hun diploma Beroepsduiken in ontvangst nemen. De destijds gevolgde opleiding voldeed aan de internationale strenge regels en voorschriften van de European Diving Technology Committee (EDTC, een door de EG ingestelde overkoepelende adviesgroep. Vrij snel volgde de erkenning door de Engelse Health and Safety Executive - HSE. 

In het IRO-Journaal van 10 april 1987 werd voor het eerst breed aangekondigd dat de duikindustrie en overheid al geruime tijd bezig waren met arbeidswetgeving voor beroepsduikers. Vooruitlopend op deze wetgeving werd vanaf januari 1988 een opleiding voor beroepsduikers in de offshore door Staatstoezicht op de Mijnen verplicht gesteld. Om te voorkomen dat Nederlandse jongeren naar het buitenland moesten voor een opleiding heeft diezelfde industrie en overheid, eerst in de Werkgroep Nationaal Duikcentrum en vanaf 1986 in de stichting Nationaal Duikcentrum, zorggedragen voor een opleiding in eigen land in de eigen taal.

De duikerschool van het Genie Opleidingscentrum in Hedel leverde toentertijd  al tientallen jaren ex-dienstplichtige duikers voor de duikindustrie en op voorstel van Defensie, de duikindustrie en overheid werd samenwerking gezocht met de duikerschool van Koninklijke Landmacht.
De duikerschool verzorgde een opleiding van vijf weken (onderbouw) en een opleiding van twaalf weken (onder- en bovenbouw). Voor ervaren duikers bestond tevens de mogelijkheid voor een vervolgopleiding in het mengselgasduiken te volgen bij het bedrijf VROS in Herkenbosch, een mijnschacht van de Beatrixmijn. Zij het slechts voor een korte periode. Door pech en omdat de industrie weinig toekomst zag in saturatieduiken kwam dit niet van de grond. Inmiddels verzorgde de duikerschool een door de Engelse overheid (HSE) erkende opleiding Complete Air Diver Course, later beter bekend onder de noemer Duikarbeid Categorie A&B.

Enkele jaren geleden heeft Defensie besloten haar twee duikerscholen nauw te laten samenwerken onder single management van Koninklijke Marine, en onder één naam, De  Defensie Duikschool. In mei 2010 was de reorganisatie van de Defensie Duikschool (DDS) een feit. De DDS is gevestigd te Den Helder. De Defensie Duikschool is gemoderniseerd en heeft alle faciliteiten binnen handbereik.  Onder andere een geheel nieuw gebouw met moderne cursuslokalen voorzien van vereiste audio-visuele middelen. In 2013 zijn twee duikbassins met verschillende dieptes opgeleverd. Binnen de restacapaciteit van de DDS konden ook de civiele als (semi)overheidsduikers opgeleid worden. Helaas bleken nog meer bezuinigingen doorgevoerd te worden, zodat het voor Defensie niet meer mogelijk is civiele deelnemers op te leiden. 

Vanaf 1988 waren vertegenwoordigers van de duikindustrie, de overheid en de beroepsduikers druk bezig binnen de Arboraad om te komen tot arbeidswetgeving. Op dat moment was onze overheid bezig met de ontwikkeling van Arbeidsomstandighedenwetgeving zoals we dat nu kennen. Na enkele jaren een eigen Duikbesluit te hebben gehad werd dit besluit in 1994 opgenomen in de Arbowet. Sindsdien mag of beter gezegd mocht het NDC zich een door de minister aangewezen certificerende instelling noemen. In 2012 onderging de duikregelgeving wederom een aanpassing vanwege een overheidsbesluit op het gebied van certificeringsstelsels. 

In 2010, ruim 25 jaar later na de oprichting en 22 jaar na de eerste wettelijke verplichting, 1100 cursisten verder stond de sector wederom voor een historisch moment: De Arbocatalogus Werken onder Overdruk opgesteld onder auspicien van het NDC werd goedgekeurd. In 2012 heeft het NDC het beheer van de Arbocatalogus overgedragen aan de Beheerstichting Werken onder Overdruk - SWOD - www.ArbocatalogusWoO.nl

In 2014 heeft de Stichting NDC formeel een deel van haar taken afgestoten. Maar dit ging niet over één nacht ijs. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kondigde in 2006 een stelselherziening certificatie hetgeen uiteindelijk leidde tot omvorming van het voormalig NDC. Omdat de civiele sector de dienstverlening en doelstellingen van het NDC wilde handhaven werd besloten tot verdeling van de diverse doelstellingen over diverse rechtspersonen.

Anders gezegd met de stelselwijziging paste het NDC en haar takenpakket niet meer in het wettelijk kader. De sector is nu op dezelfde wijze ingericht als alle andere sectoren in Nederland waarin sprake is van gereglementeerde beroepsbeoefenaren.
Met (financiele) steun van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het NDC haar omvorming gerealiseerd. Het NDC heeft haar taken loketfunctie, belangenbehartiging & opleidingen en certificering overgedragen aan: 

Loketfunctie:  Beheerstichting Werken onder Overdruk - SWOD - www.werkenonderoverdruk.nl

Belangenbehartiging: College van Deskundigen Civiele Sector  www.cvdcswoo.nl 

Opleidingen:  Stichting Nederlands Opleiding- en Kenniscentrum voor Arbeid onder Overdruk, kortweg Stichting NOK www.nokwoo.nl

Certificerende Instelling: Stichting Nederlands Duikcentrum Certificatie Instelling www.ndcci.nl

Het voormalige NDC heeft op uitdrukkelijk verzoek van het bedrijfsleven besloten de naam en logo over te dragen aan de nieuwe NDC CI om erkenning en wederzijdse erkenning met en in het buitenland te vereenvoudigen.
De NDC CI heeft zich ingericht conform NEN ISO IEC 17024. 

Een belangrijke taak, te weten portaal tussen overheid en bedrijfsleven en (advisering) arbogerelateerde zaken zijn door de nieuwe beheerstichting Werken onder Overdruk (SWOD) overgenomen. Het certificeringsstelsel van de overheid voorziet in de aanwezigheid van een dergelijke beheerstichting. 
De beheerstichting heeft een tripartite samenstelling: te weten Civiel, Defensie en Brandweer.  

Bij niet arbogerelateerde zaken zal ook Stichting NOK optreden als loket richting overheid en/of andere organisaties, waarbij het belang van de werknemers en werkgevers in de civiele sector behartigd moet worden. 

De Vereniging NADO - www.nado.nu - blijft zich inzetten voor duikbedrijven en het werkgeversbelang. 

 iVoornoemde reorganisatie betekende ook dat het personeel overgedragen werd aan ASK Dienstencentrum BV. ASK BV treedt op als Back Office, is NEN ISO 9001 gecertificeerd, en levert diensten  aan de nieuwe stichtingen NOK, Nederlands Opleidings- en Kenniscentrum voor Arbeid onder Overdruk, de nieuwe NDC CI en de Beheerstichting Werken onder Overdruk. ASK BV verzorgt naast voornoemde ook het secretariaat voor de brancheorganisatie NADO (www.nado.nu). Maar staat ook open voor andere klanten in de Sector Werken onder Overdruk. Sinds 2018 verzorgt  ASK BV zich het secretariaat van de IDSA.  http://www.idsaworldwide.org

Begin 2015 kondigt de Minister van SZW wederom een wijziging van het vakbekwaamheidsstelsel aan per 2020. Het huidig beleid, certificatiestelsel van SZW is formeel gestoeld op beoordelen (90% cf de internationale Norm 17024).

In 2018 koos de sector voor 100% toepassing van de internationale Norm 17024, dus accreditatie. Echter in 2019 werd besloten te kiezen voor een andere optie - het vakbekwaamheidsstelsel persoonsregistratie. Mede omdat meer bekend werd over dit stelsel. Voor de duikers en duikbedrijven was het kostenaspect ook een belangrijk criterium.

Sinds die tijd is er veelvuldig overleg met de overheid over de overgang van certificatiestelsel naar het registratiestelsel. En wordt druk gewerkt aan het omzetten van de certificatieschema's naar registratieschema's waarbij tevens wensen uit de sector wordt meegenomen.  Stichting Werken onder Overdruk - SWOD - is bezig met het omvormen van haar organisatie. 

Naar verwachting wordt het registratiestelsel per 1 juli 2024 geïntroduceerd. De deadline is al 9 keer aangepast. In een notendop: certificatieschema wordt registratieschema, certificerende instelling wordt exameninstelling, het besluit over vakbekwaamheid en beheer openbaar register worden overgenomen door een Registratie Instelling. De beroepsbeoefenaar zal er weinig van merken maar het juridisch huis – de hiërarchie in de sector – wordt anders ingericht. Over de toename van kosten heeft de sector haar zorgen geuit.

De terugtrekkende overheid zorgt voor een déjà-vu-gevoel want wederom zijn de industrie, overheid en andere belanghebbenden druk in discussie om aan veranderende wetgeving invulling te geven. In ruim 35 jaar tijd is er veel veranderd en met name daar waar het allemaal om te doen is "het duiken is veiliger geworden". De déjà-vu's en de resultaten zijn het bewijs dat de tijd niet heeft stilgestaan. 


Vier voorzitters op een rij (vlnr):

Peter van der Kruit (2011 - oktober 2012)
Piet Struik  (1994 - 2003)
Epi Tekke  (1989 - 1994)
Cees Barten (2003-2011)

 

Leo Lagarde voorzitter NOK
Op 14 december 2012 heeft de vertrekkende voorzitter, de heer P.J.J. van der Kruit, de voorzittershamer overgedragen aan de heer Leo Lagarde. Formeel had de overdracht al plaatsgevonden in oktober 2012 en betrof dit slechts een symbolisch moment.

Leo Lagarde is geen onbekende voor beroepsduikend Nederland. Van 1965 tot 2004 was de heer Leo Lagarde werkzaam bij de Koninklijke Landmacht waar hij diverse functies heeft bekleed, zoals Duikcoördinator Koninklijke Landmacht en Duikofficier. Zijn militaire loopbaan heeft hij beëindigd in de functie van Commandant van de Defensie Duikschool te Vught, waarna hij met militair pensioen is gegaan. Veel duikers en duikbedrijven kent hij nog vanuit die tijd. Tegenwoordig runt hij zijn eigen Duiktechnisch Adviesbureau op het gebied van veiligheid en is actief binnen de sportduikorganisatie IADS / IDD .

Na zijn militaire loopbaan bleef Leo de duikindustrie altijd een warm hart toedragen. Hetgeen erin resulteerde dat hij door de leden van de Brancheorganisatie NADO www.nado.nu  gevraagd is om in 2009 aan te treden als onafhankelijk voorzitter. Vanaf dat moment vertegenwoordigde hij de werkgevers binnen het NDC Bestuur. Het NDC Bestuur was een niet geheel onbekend college voor hem daar hij in het verleden Defensie vertegenwoordigde binnen het NDC Bestuur en als voorzitter van het Platform Opleidingen meewerkte aan het optimaliseren van de leerdoelen en de kwaliteit van de opleidingen.

Vanwege zijn kennis over duikopleidingen zowel qua de leerdoelen, duikveiligheid en certificering heeft het NDC hem in 2007 gevraagd het NDC bij de IDSA (International Diving School Association) te vertegenwoordigen. Het toenmalige IDSA Bestuur was zo content met zijn deskundige inbreng dat het IDSA-bestuur het NDC verzocht de heer Lagarde als onafhankelijk IDSA voorzitter voor te dragen. Sinds 2008 brengt hij als voorzitter van de IDSA  samen met de administrator,  de heer Alan Bax,  de IDSA-leden naar een hogere standaard. Hiermee werd het streven van het NDC om het internationaal netwerk te optimaliseren ruimschoots gehaald. En ook werd ruimschoots voldaan aan de doelstelling, veiligheid en kwaliteit hoog in vaandel.

Leo heeft de ontwikkelingen rond de stelselwijziging namens de industrie nauw gevolgd. Ook heeft hij samen met bestuursleden van de brancheorganisatie NADO met mandaat van de Nederlandse Vereniging van Beroepsduikers met enige regelmaat bij de minister aangeklopt om het gevoel van onvrede onder de duikbedrijven en duikers kenbaar te maken over komende wetswijzigingen. Leo bevestigt dat de industrie, mokkend en nog niet helemaal tevreden, haar verantwoordelijkheid heeft genomen en ervoor gekozen heeft onder regie van de overheid mee te werken aan nieuwe wetgeving, zoals de stelselwijziging certificatie, de Arbocatalogus Werken onder Overdruk en de beoordelingsrichtlijn Onderhoudssysteem Duik- en Caissonmaterieel. Er ligt nu een taak voor de duikbedrijven om haar werknemers en onderaannemers, de zzp-duikers, van de nieuwe wetgeving op de hoogte te stellen. Leo verwacht dat uiteindelijk over een aantal jaren wanneer er men eraan gewend is ook de voordelen zal inzien, zoals het ook is vergaan met de Arbocatalogus Werken onder Overdruk. Leo beaamt dat er nog knelpunten zijn, die wellicht dit jaar nog in goed overleg met de minister opgelost kunnen worden. Daarbij staat de duikveiligheid hoog in vaandel, aldus Leo.